Nog een beetje duf van het feestje van de vorige avond kwam Appy aan bij het benzine station van Hazeldonk waar Ger en Richard al stonden te wachten.
Terwijl ze daar met z’n drieën stonden te kletsen hoorden ze een donker geluid aanzwellen en jawel hoor, daar kwam ie aan: Robert met z’n blote, zwarte handen en een één of andere muts die voor een helm door moest gaan of een combinatie daarvan.
Er hing een merkwaardige, weeïge geur om Knuckle heen en dat verklaarde misschien wel z’n rode ogen....
Nadat er werd nagegaan of er nog iemand geld te goed had van zigeuners (deze keer in ieder geval niet) zijn we om half tien vertrokken.
Wel allemaal handschoenen aan, want het is toch best wel frisch.

Bij de eerste tankbeurt tankt Robert zo veel dat z’n tank overloopt, dit wordt opgelost door z’n helm als standaard te gebruiken.
Later op de snelweg wijst hij richting z’n tank om aan te geven dat z’n dop kwijt is. Waarschijnlijk in de radiateur van die dure sportwagen maar we hebben ‘em maar niet teruggevraagd....
Het probleem wordt opgelost met Duc-tape en een tie-wrapje.
Vanaf Libin rijden we binnendoor en het blijft België hè, af en toe even de weg weer zoeken op de kaart, gelukkig hebben we alle tijd.
Wanneer we langs een restaurantje vlakbij een kasteeltje rijden gaat Appy vol in de ankers en Bullit klapt bijna op Ger die op zijn beurt bijna geraakt wordt door Knuckle en dan was er ook nog iets met een auto maar gelukkig is alles goed afgelopen en kunnen we zo rond een uur of drie ’s middags eindelijk “ontbijten”. Bullit heeft gemiddeld genomen elke 100 kilometer weer honger en we kwamen maar geen McDonalds tegen.
Lekker wat uitsmijters en we vergeten maar even voor het gemak dat ze hier geen Nederlands spreken, maar wel verstaan....

Als we eindelijk Frankrijk binnen gaan, rijden we een mooie route langs de Maas.
Zo rond een uur of half zeven komen we aan in Mecrin.
Vlak vóór het dorp heeft men het hek van een weiland open gezet en een bord geplaatst met het woord “camping”.
En dat was het dan, veel mensen met motoren, oude auto’s en tentjes maar verder niets.
Het dorp was uitgestorven (populatie 200, maar niemand te zien) geen winkel, kroeg of een inwoner die zo slim is hier een slaatje uit te slaan, niets.
Gelukkig is het hier van “oude jongens, krentenbrood” en krijgen we van alles aangeboden, men is zelfs beledigd als we ervoor willen betalen.
Iedereen was dus goed voorbereid behalve wij, volgende keer beter....

Cas was al gearriveerd en had voor ons geregeld dat we mee konden naar het restaurant welke Jean Claude had gereserveerd voor z’n gasten.
We konden mee rijden in de van (busje, dus) van de jongens van Los Locos (bedankt, mannen) maar eerst verzamelen in het centrum (?) van het dorp.
Hier kregen we gekoeld bier van Bruno uit het beekje waarin ook de motor stond van School Bar Atelier en maakten we kennis met enkele standhouders en vrijwilligers.
Er hangt een super gezellige sfeer, ouderwets goed.
In het restaurant krijgen we een groot bord voor onze neus met rijst, groenten, draadjesvlees, kippenboutjes en worstjes en als toetje appeltaart en kaas.
Ger en Bullit worden er niet echt blij van en zien dit nogmaals als bewijs dat fransen echt niet kunnen koken....
We drinken er bier bij en Appy krijgt bijna iedereen zover om een “wave” door het lokaal te laten gaan.
Ook buiten is het erg gezellig, maar helaas, we gaan weer terug (bijna Robert vergeten mee te nemen).
Op een klein incidentje na is het een geslaagde avond.

Zondagochtend is het, nota bene, Bullit die ons uit onze slaap haalt.
Op zoek naar iets eetbaars komen we bij één van de standhouders uit die net z’n kebab aan het spit staat uit te pakken met handschoenen aan.
Met die zelfde handschoenen aan schenkt hij onze koffie in, rekent af en maakt later ook nog het stokbroodje ham voor Richard. Gelukkig had ie wel z’n papieren hoedje op....
Omdat het waarschijnlijk wel ergens op de wereld tijd is voor een pilsje, nemen wij onze eerste om kwart over negen. (ja, ’s morgens)
Op zoek naar een gelegenheid om te schijten komen we eindelijk twee dixie’s tegen in een doodlopend straatje.
Ger en Appy hebben geluk want ze hebben allebei het laatste papier van het rolletje.
Robert maakt er het beste van met het rolletje zelf en.... het papier uit z’n pak shag.
We hebben nog even staan kijken en ons verbaasd over de vrouwen die na ons kwamen.
De stank was niet te harden, heel de steeg was vergeven, arme standhouders.
(De dixie’s hebben ze waarschijnlijk zaterdagochtend weggezet en niet meer bekeken tot maandag.)
We nemen afscheid van Cas want die heeft nog een dikke 900 kilometer voor de boeg en gaat op tijd naar huis.
Rond lopend worden we door veel mensen herkend en moesten we veel handjes schudden.
Ger koopt een voorvork (op die vrachtwagen van Bullit kan veel mee, als het moet)
en Knuckle past een ring maar krijgt hem niet meer af.
Nu moet ie ‘em wel kopen en afdingen is er niet meer bij!
De ring steekt wel mooi af bij z’n zwarte hand!
Bij een andere stand koopt hij een tankdop voor vijf euro.
Op twee locatie spelen leuke bandjes, maar als men de engelse tekst niet meer weet, laten ze het  engels klinken, geen hond die het merkt. (behalve dan die nederlanders die de teksten van Deep Purple en Led Zeppelin wel kennen).
Af en toe zijn we Bullit even kwijt want hij danst zo graag.
De bierstand lijkt wel voor ons te zijn geplaatst, in nederland zou je met zoveel mensen het niet redden met één stand voor, pak ‘em beet, 2000 man.
Bruno en Coco houden ons de rest van de dag gezelschap.
We eten nog wat bij die stand met enorm strenge hygiëne -regels (Not) en aanschouwen nog de striptease met slagroom bij behoorlijk lage temperaturen (het weer, niet de slagroom, alhoewel.)
Dat verklaart wel die enorm stijve tepels...

Uiteindelijk gaan we terug naar onze tent waar we van Los Locos een hele stapel barbecue vlees en een rooster krijgen. (en weer bedankt hè mannen, kom het maar eens terug halen....)
Robert sprokkelt hout en Bullit regelt nog een tray-tje bier.
Als we beginnen te barbecuen komen Bruno en Coco er gezellig bij.
Bruno blijft zich afvragen van welke club we zijn, maar ja, leg maar eens in het frans uit dat we, ondanks samen, geen club zijn
Bullit wordt wel erg enthousiast met hout verzamelen en het gekraak van splijtende bomen weerkaatst over het zo goed als lege veld.
Wat verderop zien we tot onze verbazing een dikke vent zich uitkleden terwijl hij zich met z’n zatte harses tegen z’n auto overeind probeert te houden.
Als dit gelukt is stapt ie in z’n slaapzak en dondert achterover.
Daarna volgt nog een hele worsteling om z’n rits dicht te krijgen. Omdat Coco in de organisatie zit gaat ze even polshoogte nemen, maar de man is eigenwijs en wij hopen maar dat ie de nacht overleeft....
Als Richard gaat liggen valt hij meteen in slaap, als wij uiteindelijk naar bed gaan krijgen we hem met moeite in z’n tentje.

Maandagmorgen.
Ger ligt al vanaf vier uur wakker omdat de kerkklok hier nog elk uur slaat.
Bullit staat op en vraagt zich af hoe hij in hemelsnaam in z’n tentje is gekomen.
Ook die vent in z’n slaapzak heeft de nacht overleeft.
Omdat er toch niets te eten is in het dorp breken we snel op om om half zeven te vertrekken, tenminste, nadat Appy z’n motor is aangeduwd. (Tja, er moet toch iets tegen zitten.)
Robert ziet nog een local lopen met een krant waarin uitgebreid verslag wordt gedaan over de “Get A Rigid” swap meet.
Binnen tien kilometer zijn we drie keer gestopt maar een krant is niet verkrijgbaar, jammer.
We besluiten de snelweg op te gaan omdat we dan zeker weten dat we ergens een fatsoenlijk ontbijt kunnen scoren.
Als we vanwege dreigende bewolking besluiten de regenpakken aan te trekken blijk Knuckle z’n regenjas toch een broek.. we kunnen het kruis er nog uit knippen om z’n hoofd er door te trekken.
De rit loopt voorspoedig en vlak voor Antwerpen stoppen we nog een keer voor een bak koffie.
Omdat Robert z’n ring niet gewend is en eigenlijk ook een beetje vergeten, snijdt hij tijdens het met de vinger langs de neus gaan, zo’n beetje zijn neusvleugel eraf.
We nemen afscheid en rijden huiswaarts.
En natuurlijk is het dicht bij huis het gevaarlijkst; ter hoogte van Galder knalt Bullit nog bijna achterop een vrachtwagen, maar het loopt gelukkig goed af.

Al met al was het een kort weekendje weg met niet al te veel kilometers, geen pech of sleutelmomenten en wel heel veel lol..........